Wat Churchill ons leerde over interbestuurlijk werken

Er zijn in de loop der jaren vele biografieën over Winston Churchill geschreven. De bekendste, maar niet de beste, is ongetwijfeld die van de huidige minister-president van het Verenigd Koninkrijk, Boris Johnson. Heeft het dan nog nut, om er nog eentje te schrijven? Andrew Roberts geeft daarop een overtuigend antwoord. En dat luidt: ja!' Waarbij gelijk een tweede vraag opduikt: levert deze biografie interessante (inter)bestuurlijke inzichten op? En ook daarop is het antwoord ‘ja!’

Winston Churchill
Beeld: ©Library and Archives Canada / Yousuf Karsh
Wellicht het meest iconische portret van Churchill.

De belangrijkste reden om deze biografie te lezen, is dat Roberts een onwaarschijnlijke hoeveelheid privé-correspondentie heeft ingezien. Van de monarchen van het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld. Van de politieke voor- en tegenstanders van Churchill. Van Churchill aan zijn vrouw. En van tijdgenoten. Dat alles geeft een opmerkelijk fraai beeld van wat we wellicht de voor- en achterkant van de politiek en bestuur zouden kunnen noemen.

Zo laat Roberts op talloze momenten zien hoe uitspraken 'voor de bühne' zich verhouden tot die uitspraken, die in de coulissen gedaan worden. En ontstaat een rijk, geschakeerd, afgewogen en kleurrijk beeld van de persoon Churchill. Met al zijn nukken én innemende eigenschappen. Van zijn zwakten en zijn kracht. En van het – let op: understatement – bewogen leven dat de man leefde.  

Churchill aan het front

Want als er iets helder is, dan is het dat een biografie over Churchill, die alleen maar over de eerste dertig jaar van zijn leven zou gaan, ook al een meer dan prettig leesbare biografie had opgeleverd. Zo koos Churchill ervoor om aan zo'n beetje ieder gewapend conflict van zijn geliefde Engeland deel te nemen. Het liefst als soldaat, maar als dat niet lukte, als oorlogscorrespondent.

Dat levert citaten op als: het heeft geen zin om te bukken, want als je bukt is de kogel al voorbij.’ Churchill is te vinden in de vuurlinie van gewapende conflicten in Cuba, India, en Zuid-Afrika. Ook ontsnapt hij in Zuid-Afrika tijdens de Tweede Boerenoorlog uit de gevangenis. En in 'The Great War’ (1914-1918) is hij als officier in de loopgraven aan het front te vinden. Waar hij wel, als dat maar enigszins mogelijk is, zijn soldatenrantsoen laat aanvullen met goed eten, brandy en rookwaar.

Bestuurlijk werken: verbinden van beleid en praktijk

Voor, na en tijdens het Interbellum is hij minister in een aantal kabinetten. Zo was hij achtereenvolgens minister van Buitenlandse Zaken, minister van Munitie, minister van Oorlog, minister van Luchtvaart en minister van Financiën. Deze periode is voor de lezers van Overheid van Nu absoluut interessant om te lezen.

Churchill ontpopt zich namelijk als een bekwaam bestuurskundige avant la lettre. Hij heeft al snel door dat samenwerken tussen medewerkers en diensten cruciaal is.

En dus reorganiseert hij ook ieder ministerie als hij daartoe de kans heeft. Met als doel om snellere, efficiëntere beslissingen te kunnen nemen. En om ook de output signi­ficant te verbeteren. Ook besefte hij, ver voor Pressman en Wildavsky dat tot de implementatie-kloof zouden dopen, dat de wereld van beleid er heel anders uitziet, dan de wereld van de praktijk.

Daarom liet hij zich dus met grote regelmaat door de mensen in die praktijk informeren. Of nam hij zelf een kijkje. Waarbij het oog voor detail voor veel van zijn medewerkers een doorn in het oog was: Churchill was op zijn zachtst gezegd nogal veeleisend.

Churchill als programmamanager

Ook vormen van projectmanagement waren Churchill niet vreemd. Op een groot aantal plekken zorgde hij voor een goede programma- en projectstructuur, door veel aandacht te besteden aan planning, ordening en uitvoering. Vaardigheden waar hij vooral in dat eerste kwart van de 20ste eeuw mee oefende.

Vanaf 1929 beginnen de zogenoemde ‘Wildernis years’ van Churchill. In de jaren '30 raakt hij steeds verder aan de rand van het parlement verzeild: nog maar weinig parlementariërs namen hem als medeparlemen­tariër serieus.

Een geweldige spreker, dat wel. Altijd goed voor een onderhoudend uurtje in het parlement. Maar zonder dat hem dat aanhang oplevert. En zonder gevoel ook voor de 'werkelijkheid' van de jaren ’30, oordelen zijn tijd- en parlementsgenoten. Als één van de weinige criticasters van de appeasementpolitiek van Chamberlain, manoeuvreerde Churchill zich steeds verder naar de marge van de Engelse politiek. Steeds scherper analyserend en waarschuwend, voorzag én voorspelde hij de 'opkomst van Hitler-Duitsland’. Tot ongenoegen én ongeloof van zijn tijdge­noten.

Tot slot, en dat mag niet onvermeld blijven: Churchill zag als één van de eersten van zijn tijd, hoe belangrijk taal, retoriek en communicatie was. Aan zijn duizenden redevoeringen besteedde hij veel aandacht (hij schreef en dicteerde ze zelf). Evenals aan benamingen van projecten, programma’s, tot aan benamingen van militaire operaties aan toe. Symbooltaal is sindsdien nooit meer hetzelfde geweest: ‘V stands for victory’ is niet voor niets een gevleugeld begrip geworden.  

Finest hour

Pas in 1939 is Engeland toe aan de rehabili­tatie van Churchill. En wordt hij, bijna uit het niets, op 65-jarige leeftijd toch nog prime minister van zijn geliefde Verenigd Koninkrijk: ‘I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat’. De rest is geschiedenis.