De provincie Zuid-Holland wil vooropgaan in digitale transformatie

Henk Burgering is programmamanager Digitale Transformatie bij de provincie Zuid-Holland. Hij heeft de opdracht meegekregen om de organisatie ‘datagedreven’ te maken en houdt zich bezig met alle zaken die hierbij komen kijken. Burgering denkt ook mee over de Data Agenda Overheid 2020. Volgens Burgering kan de provincie een belangrijke rol spelen als verbinder tussen de verschillende overheidslagen en aanjager van regionale data-initiatieven. ‘Als het gaat om digitale uitdagingen, geloof ik niet zo in alle laagjes van Thorbecke.’  

Koningin Maximabrug

Gedeelde ambities

Er zijn inmiddels diverse initiatieven vanuit het rijk, provincies en gemeenten waar het onderwerp datagedreven werken, toepassingen van nieuwe technologieën, algoritmen en meer op de agenda komen te staan. Denk bijvoorbeeld aan de Data Agenda Overheid van het ministerie van BZK. Het idee achter dit initiatief is dat een verantwoorde inzet van data en algoritmen door de overheid bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke problemen, het vergroten van transparantie en het verbeteren van dienstverlening. Met deze Data Agenda hoopt BZK dat alle overheden samen tot een gedeelde ambitie komen en helder krijgen op welke gebieden zij steviger aan de slag willen gaan met data.

‘Het mooie aan de Data Agenda is dat er geredeneerd wordt vanuit opgaven, waarin iedere overheid duidelijk zijn eigen aandeel heeft’, vertelt Henk Burgering. ‘Ik zie dat mensen zich soms druk maken over zaken waar zij niet over gaan of geen invloed op hebben. Het samenwerken in zo’n samenwerkingsverband kan heel verhelderend en ontnuchterend zijn. Het maakt het duidelijk wie welke rol heeft, waardoor je een veel scherpere verantwoordelijkheidsverdeling krijgt. Dit maakt het veel eenvoudiger om samen te werken.’

De provincie neemt het voortouw

Die samenwerking zoekt de provincie Zuid-Holland ook op in de eigen regio. Burgering: ‘We proberen rondom de digitale transformatie samen op te trekken en een regionale aanpak op touw te zetten.’ Zo zag de provincie dat het intern ontwikkelde digitale loket heel goed de basis kon zijn voor een digitaal platform, met een meerwaarde voor medeoverheden. ‘Omdat het voor een optimale samenwerking belangrijk is om op een goede, doordachte manier data uit te wisselen, stellen we de techniek van ons platform nu ook ter beschikking aan andere organisaties.’

‘Door als provincie het voortouw in te nemen in deze digitale transformatie, bevestigen we ook ons eigen bestaansrecht.’

Rotterdam en Den Haag zullen vanaf begin 2021 gebruik maken van het gezamenlijke digitale platform. ‘Het koppelen van verschillende datasets is enorm waardevol’, aldus Burgering. ‘Door het platform ook voor andere organisaties open te stellen, hopen we als provincie meer op te kunnen treden als regionale data-katalysator.’

Ook meer algemeen ziet Burgering een belangrijke rol voor de provincie als aanjager van regionale data-initiatieven. ‘Veel partijen hebben een afwachtende houding, zoeken elkaar nog weinig op en hebben te weinig geld of capaciteit om zelf hele nieuwe systemen op poten te zetten. Door als provincie het voortouw te nemen in deze digitale transformatie, bevestigen we ook ons eigen bestaansrecht, als middenbestuur en regionale verbinder’.

Samenwerken en uitwisselen

Met het openstellen van het digitale platform hoopt de provincie ook het interbestuurlijke samenwerken te bevorderen. Burgering: ‘Als het gaat om digitale uitdagingen, geloof ik niet zo in alle laagjes van het huis van Thorbecke. Uiteraard heeft iedere partij zijn eigen verantwoordelijkheid, maar het is belangrijk om steeds te kijken naar de kansen die er liggen in samenwerking. Want we kunnen het niet afzonderlijk van elkaar. Omdat niet efficiënt is, maar vooral om dat je dan niet ten volle de kracht van de datarevolutie gebruikt.’

Ter illustratie noemt Burgering het ‘smart shipping’ algoritme, dat de provincie heeft ontwikkeld. Dit algoritme berekent hoe vaak een brug open en dicht gaat, hoeveel auto’s er voor de brug wachten, hoeveel CO2 die auto’s uitstoten etcetera. Op basis van al deze informatie kan het algoritme dan een voorstel doen aan binnenvaartschippers om even te wachten of juist wat sneller door te varen. Zo kan de CO2-uitstoot worden verminderd en de verkeersdoorstroom bevorderd.

Burgering: ‘Dit is een voorbeeld waar het gebruik van data een groot verschil kan maken. Maar de provincie kan dit niet alleen. Om het algoritme van alle benodigde informatie te voorzien, is informatie van allerlei verschillende instanties nodig. Het is mooi om te zien dat de provincie voorop gaat in het samenbrengen van deze informatie en het ontwikkelen van de juiste technologie om hier optimaal gebruik van te maken.’

‘De provincie kan vanuit het middenbestuur een belangrijke rol spelen als sterke samenwerkingspartner en verbinder’

In de benen

Volgens Burgering moet de provincie de komende tijd echt in de benen om de digitale transformatie binnen de provincie te versnellen en versterken. ‘Er gebeurt al veel, vooral op het gebied van technische ontwikkelingen. Maar de provincie kan vanuit het middenbestuur ook een belangrijke rol spelen als sterke samenwerkingspartner en aanjager.’ En daarin is nog wel een slag te maken. ‘We moeten echt heel concreet op verschillende onderwerpen gaan samenwerken met gemeenten, maar misschien ook wel mkb-bedrijven en startups uit de regio.’

Burgering ziet ook dat de afgelopen anderhalf jaar al grote stappen zijn gezet. Bijvoorbeeld met de Interprovinciale Digitale Agenda, die de provincies samen aan het opstellen zijn. ‘We moeten ervoor waken dat we niet op drie verschillende niveaus een ambitieagenda’s krijgen, die niet op elkaar zijn afgestemd. Het is mooi om te zien dat bij het opstellen van de Interprovinciale Data Agenda de verbinding wordt gezocht met de nationale Data Agenda.’

‘Je moet durven erkennen dat je heel veel nog niet weet, voordat je begint’

Klein beginnen

Naast te veel langs elkaar heen werken, ziet Burgering nog een andere valkuil bij initiatieven zoals de Data Agenda’s. ‘Er wordt vaak heel groot gedacht en te lang stilgestaan bij vragen die erg abstract en hoog over zijn.’ Hij pleit er dan ook voor om ook vanuit deze agenda’s klein te beginnen, bijvoorbeeld met pilots, omdat de grote vraagstukken dan vanzelf wel aan bod komen.

Burgering: ‘Hiervoor moet je wel durven erkennen dat je heel veel nog niet weet, voordat je begint. Dat is eng, maar ik ben ervan overtuigd dat dit werkt. Zo kwamen wij bij een project rondom microsubsidies gaandeweg allerlei vragen tegen die ik van tevoren nooit had kunnen bedenken, laat staan beantwoorden.’ Burgering denkt dat door te starten vanuit een specifieke opdracht of pilot, veel zaken uit de digitale agenda beter behapbaar, concreter en kansrijker worden.