Noordelijke samenwerking voor een leven lang leren

Eénentwintig publieke en private partijen vormen de Scholingsalliantie Noord: gemeenten, het UWV, werkgevers, vakbonden en de drie noordelijke provincies. Gezamenlijk wil de alliantie zorgen dat bedrijven, maar ook werkenden, werkzoekenden en zzp’ers in het noorden beter weten wat de mogelijkheden zijn op het gebied van scholing en dat de hinderlijke ‘schotten’ tussen organisaties en budgetten verdwijnen.

Portretfoto Sander de Rouwe
Sander de Rouwe

Meer dan zeshonderd regelingen, potjes en budgetten zijn er beschikbaar in het noorden van het land, voor bij- en omscholing. ‘Bij zeshonderd zijn we opgehouden met tellen’, zegt Raymond Wanders, wethouder Werk, Inkomen en Volksgezondheid in de gemeente Emmen. ‘Gekkenwerk en onnodig ingewikkeld,’ zegt gedeputeerde Sander de Rouwe van Provincie Fryslân. ‘Wat we wel vaker zien in Nederland, is dat iets zo extreem goed georganiseerd is, dat we erin ten onder dreigen te gaan’.

Dat betekent hier twee dingen. Allereerst is het heel makkelijk is om te verdwalen op alle verschillende sites van scholingsaanbieders en informatie. Overzicht mist. Daarnaast is het ingewikkeld voor de werkeloze horecamedewerker die in de zorg aan de slag wil, om scholingsbudget te krijgen omdat hij niet aan de vereisten van de regeling voldoet.

Flexibel

Dat moet anders, vinden De Rouwe en Wanders, allebei leden van de Scholingsalliantie Noord-Nederland. Deze alliantie bestaat uit opleidingsfondsen, brancheorganisaties, sociale partners en overheden binnen de drie noordelijke provincies. Ze zet zich in voor een gezonde en flexibele arbeidsmarkt in Groningen, Fryslân en Drenthe. Scholing en ontwikkeling (‘een leven lang leren’) moet worden gestimuleerd, zowel voor werkgevers als werkenden en werkzoekenden.

‘Corona’ heeft het initiatief een ‘boost’ gegeven

De samenwerkende partijen willen scholing en ontwikkeling toegankelijker maken voor iedereen in het noorden. Daarom lanceert de alliantie een website met een portal waarop alle scholingsmogelijkheden en financieringsmogelijkheden binnen de drie noordelijke provincies te vinden zijn. Het samenwerkingsverband wil daarna aan de slag met het ‘ontschotten’ van de budgetten en de regelgeving aanpakken die meer kwaad dan goed doen.

Portretfoto Raymond Wanders
Raymond Wanders

Knelpunten

De alliantie ontstond ongeveer drie jaar geleden op vrij natuurlijke wijze. Een aantal partijen constateerde dezelfde knelpunten op het thema bijscholing. Drie tot vier keer per jaar komen ze bij elkaar. ‘Corona’ heeft het initiatief een boost gegeven, zeggen De Rouwe en Wanders. ‘We hadden elkaar al gevonden ruim voor de crisis’, zegt De Rouwe. ‘De verwachting is dat komend jaar als gevolg van corona de werkloosheid ook in de noordelijke provincies snel zal oplopen. Het is aan ons om deze groep beter en sneller weer op weg te helpen.’

De arbeidsmarkt in het noorden volgt de landelijke trends, maar vertraagd. De Rouwe: ‘Kort gezegd: crises beginnen hier in het noorden later, maar ze houden langer aan. Daarnaast hebben we te maken met ontgroening en vergrijzing in de drie provincies. De tijd dat we het algemene streven hadden om bedrijven naar het noorden te halen is voorbij. We richten ons tegenwoordig op bedrijven die niet zozeer kwantitatief, maar kwalitatief goede werkgelegenheid brengen.’

‘Onze focus is de werkzoekende in het noorden, maar dit verhaal geldt natuurlijk in het hele land.’

Voorzichtige trend

Daarnaast heeft ‘corona’ een andere, voorzichtige trend doen ontstaan: veel mensen trekken naar het noorden voor betaalbare huizen en rust. Het digitale werken maakt het niet meer noodzakelijk om dichtbij het werk te wonen. En dan is er nog de energietransitie die vraagt om aantrekken of opleiden van voldoende technisch personeel.

Na de lancering van de website wil de Scholingsalliantie Noord ook naar Den Haag met hun agenda. ‘Vijfhonderd regelingen die we hebben bekeken, hebben een relatie met landelijke wet- en regelgeving’, zegt Wanders. ‘Dus dit verhaal moeten we ook uitdragen daar waar de wet- en regelgeving wordt bedacht. Onze focus is de beroepsbevolking in het noorden, maar dit verhaal geldt natuurlijk in het hele land.’