‘Lokale coalities tegen ongelijkheid moeten meer pionieren’

De verschillen in gezondheid tussen hoog- en laagopgeleiden, en mensen met en zonder migratieachtergrond, zijn groot in Nederland. Hoe kan deze kloof worden verkleind? In het traject Terugdringen Gezondheidsverschillen vormden – in de afgelopen twee jaar – 14 gemeenten lokale ‘coalities’ waarin onder andere huisartsen, welzijnswerkers, scholen, verloskundigen en bestuurders hierin beter proberen samen te werken. Trajectregisseur José Manshanden, directeur van de GGD Amsterdam-Amstelland, maakt ruim twee jaar na de start de balans op: ‘Preventie staat nu echt op de bestuurlijke agenda’s.’

portretfoto José Manshanden

In 1 minuut:

  • De deelnemende gemeenten aan het traject Terugdringen Gezondheidsverschillen richten zich op kinderen  tot 18 jaar (traject Gezond Gewicht) en op de eerste duizend dagen van een kind, ook voor de geboorte (Kansrijke Start): hoe eerder je begint, des te meer winst er valt te behalen.
  • Het traject is onderdeel van het Programma Sociaal Domein, dat meer samenwerking beoogt tussen partijen in het medisch en sociaal domein (zoals welzijnswerk, huisartsen, verloskundigen, ggz, GGD’s).
  • De lessen die Manshanden trekt uit de vorming van de coalities: ‘Je moet de juiste mix hebben van bestuurders en mensen uit de praktijk en mensen die beide werelden weten te verbinden. Ook de voorzitter of regisseur is belangrijk. Stel gezamenlijke doelen, en vier kleine successen. Dat is bij zo’n lange-termijnonderwerp van groot belang.’

Gezondheidsachterstanden tussen hoger en lager opgeleiden en mensen met of zonder migratie-achtergrond worden steeds groter. Laagopgeleiden overlijden gemiddeld zeven jaar eerder. Ook krijgen ze 18 jaar eerder gezondheidsklachten en hebben ze meer kans op chronische aandoeningen zoals overgewicht en obesitas dan hoogopgeleiden in Nederland.
Directeur van de GGD Amsterdam-Amstelland José Manshanden noemt het een wicked problem: ‘Het is een complex vraagstuk zonder panklare oplossingen. Vandaar dat we vanuit het traject die coalities hebben gestimuleerd. Daarin kunnen gemeenten zelf uitvinden wat er nodig is en wat werkt in hun regio en met de doelgroep.’ 
 

'We zien dat er meer gepionierd moet worden. De coalities zijn gevormd, maar het gaat ook om uitvoeringskracht: welke stappen kunnen we zetten.'

Het traject eindigde officieel in december 2020. Tijd voor Manshanden om de balans op te maken. ‘Eerlijk, we hoopten dat er meer resultaten zouden zijn. We zien dat er meer uitvoeringskracht nodig is. De coalities zijn gevormd, dat is een mooi, maar je ziet dat het niet makkelijk is om samen tot concrete resultaten te komen. Het blijft mensenwerk. Waar ik wel blij mee ben, is dat het onderwerp hierdoor ook op de politieke en bestuurlijke agenda’s staat. Bestuurders en professionals zien de complexiteit van het probleem en dat een aanpak een lange adem vereist.’
‘Het verbinden van de verschillende domeinen blijkt lastig (wat echt nodig is om het integraal aan te pakken) – en daarbij te kijken naar het hele systeem, niet alleen naar losse interventies. Ook het (blijven) betrekken van de doelgroep is een uitdaging en bijvoorbeeld ook het adaptieve karakter – hoe past dat in binnen de lokale politiek waar resultaten op korte termijn belangrijk zijn.’ 
 

‘Je moet elkaar bestuurlijk vinden, maar kennen de mensen elkaar in de wijk? En snappen ze dat je elkaar nodig hebt?’

Aandacht voor preventie

Een winstpunt is dat door corona er meer aandacht is gekomen voor preventie. ‘Het besef is gegroeid dat je door een gezond gewicht en goed immuunsysteem ziekten kunt voorkomen. En ik hoor steeds vaker de vrees dat corona de gezondheidsverschillen ook zal vergroten. Er is nu, in de politiek en onder bestuurders, aandacht voor kansengelijkheid en gezondheidsverschillen. Corona is voor ons programma een hobbel geweest, maar het is ook een kans.’
De dertien deelnemende gemeenten kregen vanuit het traject Terugdringen Gezondheidsverschillen ondersteuning. Daarnaast kregen ze een handvatten aangereikt van ondersteunende partijen.  De gemeenten bepaalden zelf met welke partijen ze aan tafel gingen zitten om over de aanpak te praten.  Manshanden: ‘We adviseerden een goede mix, een coalitie die beleid en uitvoering die elkaar verbindt. Denk aan medisch-en sociaal domein, maar ook economisch en ruimtelijk domein, kinderopvang, informele netwerken en scholen. Maar er zijn ook meer bestuurlijke coalities gevormd. Daarin wordt veel gepraat, maar er verandert uiteindelijk weinig.’   
 

Gebrek aan mandaat

Dat is direct de eerste les die Manshanden zou willen delen: ‘Denk bij een samenwerking goed na over de samenstelling van je ‘coalitie’. Het is belangrijk dat de juiste mensen uit de organisaties zijn aangehaakt: gebrek aan mandaat bij de betrokkenen bemoeilijkt het maken van goede en praktische afspraken over het uitvoeren van acties.’
Binnen de coalities is het belangrijk om te streven naar een goede verbinding tussen bestuurlijk-, ambtelijk-en uitvoeringsniveau. Soms worden de niveaus opgesplitst en is er een coalitie met bestuurders en beleidsmakers en een coalitie met beleidsmakers en uitvoerders. 
Veel coalities starten klein maar worden steeds groter. Om slagvaardig te blijven en een gedeeld gevoel van eigenaarschap te creëren moet deze niet te groot zijn.  ‘Veel coalities zijn daardoor gaan werken met een binnen-en buitencirkel van een kernteam en flexibel deelnemende partners.’
 

Verbinding bestuurders en praktijk

Wat ook helpt, is om bepaalde typen mensen uit te nodigen. ‘Mensen die de verbinding weten te leggen en alles overzien. En praktijkmensen, die weten hoe beleid uitpakt. Kansrijke Start gaat onder andere over Kraamzorg, verloskundigen en JGZ. Je moet elkaar bestuurlijk vinden, maar kennen de mensen elkaar in de wijk? Weten ze elkaar te vinden en snap je dat je elkaar nodig hebt?’
En nog een les: samenwerken blijft mensenwerk. ‘Een coalitie kan op papier goed zijn samengesteld uit bepaalde partijen, maar voordat het gaat vliegen, is er meer nodig. Welk gesprek voer je met elkaar? Durven mensen elkaar aan te spreken op verantwoordelijkheden? Dat is zoeken. Je hebt een goede voorzitter nodig, maar ook een goede projectregisseur. Als je elkaar hebt gevonden op de inhoud, moet je samen ook het gevoel hebben dat je met elkaar een verschil wil maken.’
 

foto van iemand die aan het hardlopen is

Amsterdam Vitaal en Gezond

Ook in Amsterdam, deelnemer aan het thema Kansrijke Start, gaat de coalitie door als onderdeel van de brede coalitie Amsterdam Vitaal en Gezond. Hieronder vallen allerlei samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld voor de ouderenzorg en GGZ. Manshanden: ‘Regionale coalities om gezondheidswinst te halen, krijgen de komende jaren meer gewicht.’ 
‘Er ligt nu een mooi programma hoe we dit gaan aanpakken. We gaan investeren in bepaalde wijken waarbij we naar het hele systeem kijken. Een belangrijke schakel zijn lokale coalities.  Zij verzorgen de verbinding in de wijk, om te zorgen dat gezinnen die ondersteuning nodig hebben, niet ‘ontsnappen’.’
 

Het hulpaanbod voor zwangere vrouwen en baby’s bleek groot, maar was ook erg versnipperd.

Versnipperd aanbod

De Amsterdamse coalitie Kansrijke Start ging van start met een inventarisatie van het aanbod voor moeders die net zwanger zijn, tot voor gezinnen met baby’s tot twee jaar. ‘Dat aanbod bleek ontzettend groot, maar wel versnipperd over allerlei plekken en organisaties. Daardoor waren er veel overdrachtsmomenten en dat waren juist de momenten waarop gezinnen afhaakten en uit beeld verdwenen. We zien bij ouders in kwetsbare omstandigheden vaak óók wantrouwen tegenover hulpverlening. Juist dán is een warme overdracht belangrijk.’ 
De Amsterdamse coalitie ging daarmee aan de slag: minder en vooral ‘warme’ overdrachtsmomenten van gezinnen binnen de hulpverlening. Daarnaast startte men groepen in de wijk waar ouders (in de praktijk vooral moeders) elkaar wekelijks ontmoeten onder leiding van een verloskundige of jeugd-verpleegkundige. Vragen over opvoeding en leefstijl kunnen daar worden gesteld en ouders leren ook van elkaar. Manshanden: ‘Door in hulpverlening samen te werken met wijkpartners en lokale mediakanalen, kunnen we de ouders beter bereiken en hun wantrouwen overbruggen.’
 

Veel meer tijd

De coalitie was een goede manier voor alle professionals in de wijken om elkaar beter te leren kennen en samen te werken. Daarnaast werd in de gesprekken tussen de hulpverleners duidelijk dat de financiering vaak een struikelblok vormt. ‘Kijk, in een wijk als Amsterdam Zuidoost zijn huisartsen, verloskundige en het wijkteam veel meer tijd kwijt om mensen te bereiken’, zegt Manshanden. ‘Als je een uitnodiging stuurt voor het consultatiebureau komt in Amsterdam-Zuid bijna iedereen  op de afspraak. In Zuidoost is dat beduidend lager, daar moet je dus meer moeite doen.’ 
 

‘Zorg dat de huisarts in een achterstandswijk een halve praktijk mag hebben en toch volledige financiering krijgt’

‘Eén van de dingen waar ik me hard voor maak, is dat de hulpverleners in die wijken de tijd en het geld krijgen om de mensen te bereiken. En dat is ook aan de landelijke politiek om te regelen in de financieringssystematiek. Zorg er bijvoorbeeld voor dat de huisarts in een achterstandswijk een halve praktijk mag hebben en toch volledige financiering krijgt. Op die manier kan hij of zij veel meer tijd besteden aan patiënten.’ 
Manshanden wil maar zeggen: de mensen die ‘t het hardste nodig hebben, moeten ook de meeste aandacht en zorg krijgen. En als het veel meer tijd kost om hen te bereiken en te begeleiden, dan moeten de hulpverleners die tijd ook krijgen. ‘Alleen op die manier kunnen we, op de lange termijn, het aantal chronische zieken in deze wijken verminderen en zorgen dat de leefomstandigheden verbeteren.’