Albert Jan Kruiter: ‘Regels zijn er om te helpen, niet om in de weg te zitten’

Albert Jan Kruiter reflecteerde in zijn verdiepingscollege op de Dag van het Bestuur op 20 maart j.l. op wat een effectieve overheid is. Die stuurt volgens hem niet op efficiëntie, maar op publieke waarden. En die gebruikt regels en financiële stromen als mogelijkheden, en niet als belemmeringen. Want: ‘Rules are tools.'

Albert Jan Kruiter
Beeld: ©Taco van der Erb
Volgens actie-onderzoeker Albert Jan Kruiter voeren rijk en gemeenten een onvolwassen gesprek.

Maak samenwerking mogelijk 

‘Mijn belangrijkste les: als er iets in de weg zit, dan is het niet de wetgeving, maar de financieringsstromen. Als we andere financiële structuren en modellen inrichten, maken we samenwerking mogelijk.’ 

Dat zegt Albert Jan Kruiter, actie-onderzoeker bij het Instituut voor Publieke Waarden. De helft van de week bestudeert hij gezinnen die in de knel zitten. En de andere helft bedenkt hij inventieve en creatieve oplossingen om hen uit de problemen te helpen.   

Een voorbeeld: mensen met schulden raken in de stress en gaan daardoor meer psychische zorg consumeren. Mensen die in de Regeling Wanbetalers Zorgverzekeringswet zitten omdat ze hun zorgverzekering zes maanden of langer niet hebben betaald, gaan 40 procent meer zorg consumeren in de periode dat ze schulden hebben. 90 procent daarvan is GGZ-zorg.  

‘De zorgverzekering heeft een zorgplicht, maar de manier waarop ze geld innen, maakt mensen ziek. Is dat rechtmatig, of niet?’ vraagt Kruiter aan de zaal.  

Op basis van bevindingen uit onderzoek bedenkt Kruiter een creatieve interventie. In dit geval: het afbetalen van de schulden voor 150 huishoudens in Den Haag met GGZ-zorg voor volwassenen en kinderen op de polis, samen met zorgverzekeraar CZ. Na een jaar zagen ze dat 3 miljoen van de geïndiceerde zorg voor deze gezinnen niet was gebruikt. Het afkopen van de schulden kostte 5 ton. Een besparing van 2,5 miljoen dus. 

‘Het discours is stuk. Over geld hebben we het gesprek dat het te veel of te weinig is. Over regels zeggen we dat ze in de weg zitten’

Mag niet, kan niet  

Een nieuw financieel model, zoals in dit voorbeeld, steunt op samenwerking tussen gemeente en zorgverzekeraars. Maar dat financiële model en de samenwerking kwamen er niet zomaar.  

Kruiter: ‘CZ zei na het geslaagde experiment: wij doen iets wat de gemeente moet doen. Twee miljoen van de bespaarde drie miljoen was namelijk jeugdwet- en Wmo-zorg. De gemeente zei: als wij de schulden overnemen, doen wij iets waar CZ van profiteert.’  

Het blijkt een constante in zijn actie-onderzoek: innovatieve oplossingen lopen tegen obstakels op. ‘Kan niet, mag niet, hoort niet', verzucht Kruiter. Hij zoekt dan naar een nieuwe oplossing, want zijn belangrijkste adagium is: ‘rules are tools’.  

Uiteindelijk kwamen ze tot de afspraak dat CZ de kosten voor het afbetalen van de schulden voorschiet. Als blijkt dat de gemeente daarvan profiteert, betaalt die terug. Dit doen ze via een revolverend fonds, waarmee ze vervolgens weer nieuwe huishoudens helpen de schulden af te betalen, kosten besparen, en zo verder.  

De landsadvocaat zei dat dit niet mocht met premiegeld, toen heeft CZ het afkopen van de schulden met het eigen vermogen gedaan.  

Kruiter: ‘Het bleek gewoon legaal te zijn, ondanks dat mensen je steeds vertellen dat iets niet kan. De les is: als iets in Nederland bestuurlijke samenwerking in de weg zit, dan is het niet de wetgeving, maar dan zijn het verschillende financiële stromen. Als je gaat innoveren in financiële modellen, zie je dat partijen makkelijker kunnen samenwerken.’ 

‘We moeten toe naar: wat gaan overheden samen ontwikkelen? In plaats van: wat gaan overheden individueel uitvoeren?’

Juridische en financiële innovatie

Dan komt Kruiter tot de kern van zijn betoog. ‘Overheden kunnen alleen sturen door geld en wetgeving, maar het discours is stuk. Over geld hebben we het gesprek dat het te veel of te weinig is. Over regels zeggen we dat ze in de weg zitten.’ 

‘We moeten terug naar: rules are tools. En we moeten het gesprek voeren over welke financiële prikkels we kunnen inzetten. Voor een duurzaam sociaal domein bijvoorbeeld.’ 

Daarvoor is het belangrijk om te sturen op publieke waarden zoals solidariteit en inclusie, in plaats van efficiëntie. ‘Efficiëntie is de dominante waarde, maar efficiëntie is geen publieke waarde’, vertelt Kruiter.  

Het idee erachter is dat sturen op efficiëntie leidt tot het kijken naar meetbare eenheden zoals kpi's [key point indicators, red.] en daarmee volgt efficiëntie het bestaande systeem, terwijl het systeem juist creatief bekeken moeten worden om de problemen die het systeem veroorzaakt op te lossen.  

Collectieve prikkels

Wat hij daarmee bedoelt, wordt duidelijk in enkele voorbeelden.  

‘Wij kwamen in ons onderzoek een flat met 1.000 appartementen tegen, waar 223 individuele opvoedondersteuners werken. Voor twintig procent van de kosten daarvan bouw je een kinderopvang naast die flat waar je vijf ouders met twee opvoedondersteuners betaald laat werken. In diezelfde flat zitten 382 incassotrajecten van de zorgverzekeraar, terwijl je voor 60.000 euro de schulden van de hele flat kunt opkopen.’ 

Kruiter berekende ook dat 30 procent van de gemiddelde begroting voor het sociale domein naar één procent van de gezinnen gaat, die zich vervolgens niet geholpen voelen. Omdat deze gezinnen meerdere problemen hebben, waarop het systeem met alle individuele regelingen niet is ingericht. 

Kortom: de financiële stromen van het sociale domein moeten kritisch worden bekeken, en er moeten collectieve prikkels worden ingebouwd. Dat scheelt niet alleen geld en ellende, maar ook fte's. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt niet onbelangrijk, benadrukt Kruiter. Zo los je twee grote vraagstukken waar overheden mee worstelen, tegelijkertijd op.  

Samen ontwikkelen

Volgens Kruiter voeren rijk en gemeenten een onvolwassen gesprek. ‘Gemeenten zeggen: regels zitten in de weg. Het rijk zegt: jullie hebben een hardheidsclausule. Dat kunnen gemeenten en Rijk tien jaar tegen elkaar zeggen, uiteindelijk zeggen gemeenten dan: we moeten alles individualiseren.’ 

‘Mijn analyse: we moeten toe naar: wat gaan overheden samen ontwikkelen, in plaats van: wat gaan we individueel uitvoeren.’ 

Hoe komen we van een uitvoeringsparadigma naar een ontwikkelparadigma? Daarvoor doet hij een aantal suggesties:  

  1. Stuur op waarden in plaats van op kpi's,  
  2. Formuleer wetten per cluster van problemen in plaats van per individueel probleem,  
  3. Financiering ontstoppen in plaats van per sector bepalen,  
  4. Pak dataverzameling integraal aan in plaats van per domein,  
  5. Bestempel de inwoner niet als klant maar als burger,  
  6. Neem in plaats van het individu het collectief als object van sturing.  

Kruiter concludeert: ‘Hiermee kunnen we de slagkracht van de overheid vergroten: door samen in een ontwikkelparadigma te stappen in plaats van efficiënter worden.’ 

Vrijdag publiceren we een verslag van het werkbezoek dat volgde op het verdiepingscollege van Albert Jan Kruiter.