Dag van het Bestuur: ‘Luister naar de stem die je niet hoort’

Hoe zorg je nou voor meer diversiteit in het openbaar bestuur? Die vraag stond centraal tijdens het werkbezoek bij voetbalvereniging Roodenburg in de Leidse wijk De Kooi, dat onderdeel was van de Dag van het Bestuur op 20 maart in Leiden. ‘Steeds meer ambtenaren beseffen dat ze vaak geen idee hebben voor wie ze dat beleid eigenlijk maken.’

Vijf mensen lopen door de regen met paraplu en fiets aan de hand
Beeld: ©VNG Connect / Taco van der Eb
Alle deelnemers verspreiden zich over Leiden om op werkbezoek te gaan. Ook minister Bruins Slot ging op pad.

Diversiteit in de voetbalkantine 

In een responsief en slagvaardig bestuur is er plek voor iedereen en voelt elke burger zich gerepresenteerd. Maar, hoe krijg je dat voor elkaar? Met andere woorden: hoe zorg je voor meer diversiteit in het openbaar bestuur? Dat is de vraag die centraal staat tijdens het werkbezoek dat plaatsvindt op de voetbalvereniging Roodenburg in de Leidse wijk De Kooi.  

Helaas laat de lente nog even op zich wachten, en fietsen we vanuit de Leidse binnenstad met een groepje van tien deelnemers gehuld in regenponcho’s naar de voetbalclub. Er fietsen wethouders, gemeenteraadsleden, studenten en een stagiair van de gemeente Leiden mee. 

‘Dit nog eens wat anders dan achter mijn bureau zitten,’ zegt een van de deelnemers lachend terwijl hij de regendruppels van zijn bril veegt. Eenmaal aangekomen in De Kooi worden we in de voetbalkantine verwelkomd door een vierkoppig panel met koffie en thee. 

Van voetbaltrainer tot wethouder 

Het panel bestaat uit wethouder Kansengelijkheid, Jeugd en Onderwijs in Leiden Abdelhaq Jermoumi, het jongste Leidse raadslid voor GroenLinks Rosie van Peijpe, haar vader Walter van Peijpe die jaren politiek actief was voor GroenLinks in de Leidse gemeenteraad, en directeur en oprichter van Stichting Stem op een Vrouw Devika Partiman.  

Deze voetbalkantine is niet voor niets het toneel voor een gesprek over diversiteit in het openbaar bestuur. Jermoumi liep als kind al rond op de club. ‘Op een gegeven moment ben ik trainer van de C2 geworden. Een team met jongetjes die vaak net buiten de boot vielen. Door sport heb ik geprobeerd hen weerbaarder te maken.’  

Roodenburg was destijds een club ‘voor Hollanders,’ aldus Jermoumi. Toen de club steeds diverser werd, was het voor het bestuur van de club soms best een puzzel om hiermee om te gaan. Hierdoor lijkt de voetbalclub een metafoor voor wat er in de samenleving gebeurt: de toenemende diversiteit in Nederland kan voor het openbaar bestuur soms ook als een puzzel voelen. Want hoe zorg je dat al die verschillende mensen een stem hebben én dat er ook naar hen geluisterd wordt? Dat is ook een vraag waar Jermoumi zich nu als wethouder over buigt. 

‘Veel mensen denken bijvoorbeeld ook dat je theoretisch geschoold moet zijn om in de politiek te kunnen.’

Negentien jaar en raadslid 

Dat speelt ook bij de Leidse gemeenteraadsleden van GroenLinks. Die zetten zich actief in voor meer diversiteit op hun kieslijst. Zo kwam Rosie van Peijpe in 2022 met voorkeursstemmen als jongste raadslid in de gemeenteraad. Ze is negentien jaar.  

‘Ik schrok er eerst best van. Ik was net begonnen met studeren en woonde op kamers. Toen moest ik opeens allerlei ingewikkelde beleidsstukken lezen. Die vond ik in het begin, en nu soms nog steeds, best lastig te begrijpen,’ vertelt Van Peijpe. Ze zet zich met name in voor jongeren, gelijkwaardigheid en cultuur. 

Doordat beleidsstukken vaak zo ingewikkeld geschreven zijn, is het volgens Van Peijpe logisch dat veel mensen een hoge drempel voelen om zich politiek actief in te zetten. ‘Veel mensen denken bijvoorbeeld ook dat je theoretisch geschoold moet zijn om in de politiek te kunnen.’  

Dat herkennen de deelnemers: ‘Niet alleen de stukken die van de beleidsmakers naar de raad worden gesstuurd, zouden op B1-niveau geschreven moeten worden, ook de communicatie naar de burgers toe kan een stuk toegankelijker.’ 

Luisteren naar de stemmen die je niet hoort 

Dit vergroot de afstand die burgers tot de politiek voelen alleen maar. Over die afstand moeten we het hebben, zegt ook panellid Partiman. ‘Ik ben nooit heel politiek actief geweest voordat ik Stem op een Vrouw oprichtte. Ik kijk met een blik van buiten naar de politiek en zie daardoor hoe ontoegankelijk en ongelijkwaardig het kan zijn.’ 

Ook uit de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen bleek dat een groot deel van Nederland een grote afstand voelt tot politiek Den Haag. ‘Het openbaar bestuur, en met name de gemeenteraad, kan een rol spelen om die afstand te overbruggen,’ zegt een van de deelnemers.  

‘We moeten het meest luisteren naar de stem die je niet hoort, en dat is reuze ingewikkeld,’ zegt een oud-Statenlid die vandaag als ‘geïnteresseerde burger’ aansluit.    

‘Het helpt om dan uit je bubbel te stappen.’

Een wethouder op bijstandsniveau 

Hoe doen de deelnemers dat in hun werk?  

De wethouder Werk & Inkomen uit Ommen vertelt hoe zijn collega een week lang op bijstandsniveau heeft geleefd, om zich zo goed mogelijk te verplaatsen in de mensen voor wie hij beleid maakt.  

Een ambtenaar uit Almere herkent dit en vult aan: ‘We hebben laatst al onze ambtenaren verzocht om een week lang buiten het gemeentehuis te werken en de wijk in te gaan. Je merkte het ongemak bij veel collega’s. Veel mensen zijn zich bewust van het feit dat ze vaak geen idee hebben voor wie ze dat beleid op hun kantoor eigenlijk maken. Het helpt om dan uit je bubbel te stappen.’ 

Het zijn voorbeelden waar Jermoumi zich in kan vinden. Hij probeert als wethouder ook zichtbaar te zijn in de wijken waar hij zich voor inzet. De mensen kennen hem en weten hem te vinden. Hij probeert vanuit zijn positie ook anderen te enthousiasmeren voor de politiek. ‘Ik ben ook door iemand die al in de politiek werkte, betrokken. Het is belangrijk dat je gezien wordt door iemand die al zijn weg erin gevonden heeft.’ 

Diversiteit moet je dóen 

Iedereen is het erover eens: als we de afstand tussen politiek en burger willen overbruggen, moet het openbaar bestuur diverser: ‘Diversiteit moet je dóen!’  

De praktische tips die uit dit werkbezoek voortkomen: leef eens een periode op bijstandsniveau, geef als ambtenaar vrijwillig taalles, ga de wijken in en ga met elkaar in gesprek zoals in de voetbalkantine.